Gemak dient de mens en zo werkt dat tegenwoordig ook met luiers. Waar we tot 1960 nog veelal werkte met wasbare katoenen luiers is tegenwoordig de wegwerpluier de norm. En dat heeft gevolgen. Momenteel bestaat maar liefst 8% van het huidige restafval uit luiers en incontinentiemateriaal. Terwijl recyclingtechnieken voor handen zijn, wordt momenteel bijna al dit afval verbrand. Dit is totaal onnodig.

Luiers en incontinentiemateriaal zijn met name afkomstig uit huishoudens, kinderdagverblijven en zorginstellingen. Er bestaat geen wettelijke verplichting voor gemeenten om luiers gescheiden in te zamelen en er is ook nog onvoldoende verwerkingscapaciteit om deze afvalstroom in zijn geheel te kunnen recyclen.

De enige verwerkingsinstallatie is nu te vinden bij ARN in Weurt waar 15.000 ton luiers- en incontinentiemateriaal wordt verwerkt. Door de realisatie hiervan is het aantal gemeenten dat luiers gescheiden inzamelen toegenomen. Ook heeft de staatsecretaris in juli 2022 aangekondigd aan de slag te gaan met een Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid voor luier- en incontinentiemateriaal.

Onze doelen

  • 100% gescheiden inzameling: alle wegwerpluiers in Nederland worden gescheiden ingezameld.
  • 100% recycling: wegwerpluiers en incontinentiemateriaal in Nederland zijn recyclebaar én worden ook daadwerkelijk gerecycled.
  • 50% minder wegwerpluiers in het huishoudelijk (rest)afval: wasbare luiers worden de norm, net als tijdige zindelijkheid.

Wat wij doen

  • Inzet voor duidelijke afspraken over de rol en verantwoordelijkheid van gemeenten en publieke bedrijven bij een producentenverantwoordelijkheid op luiers en incontinentiemateriaal
  • Inzet voor de realisatie van grootschalige recyclingcapaciteit
  • Afspraken maken met producenten over het realiseren van een eco-design luier die 100% recyclebaar is
  • Advies aan gemeenten over hoe voor te bereiden op gescheiden inzameling, zodat dit uitgerold kan worden zodra er voldoende recyclingcapaciteit voor handen is
  • Advies aan gemeenten die luiers al gescheiden inzamelen over hoe de infrastructuur te handhaven in afwachting op voldoende recyclingcapaciteit
  • Jaarlijkse webinar: luierpreventie en luierrecycling
  • Wij onderzoeken welke instrumenten nog meer kunnen bijdragen aan een duurzamere luierketen en nemen hierin het initiatief of beleggen het initiatief hiervoor bij een van onze partners

Overlegstructuren

  • NVRD expertgroep luiers
  • Luierketenproject-overleg

Betrokken organisaties

  • Rijkswaterstaat
  • Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
  • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
  • Branchevereniging wasbare luiers
  • Stichting Future Diaper Project

Aan de slag

Lees hieronder ook de laatste stand van zaken omtrent:

Verwerkingscapaciteit

Op dit moment is er in Nederland één verwerkingslocatie voor luier- en incontinentiemateriaal in gebruik. Dit is de ARN in Weurt. Deze locatie heeft een capaciteit voor de verwerking van 15.000 ton luiers en incontinentiemateriaal op jaarbasis. Dit luier- en incontinentiemateriaal wordt op hoge temperatuur verwerkt (thermische drukhydrolyse). Uit dit proces worden plastics en organisch materiaal gewonnen. Dit wordt gebruikt voor nieuwe producten.

Verder heeft Meerlanden vergevorderde plannen voor een recyclinginstallatie in het westelijk havengebied van Amsterdam. Het doel is om hierbij een installatie te bouwen die 30.000 ton huishoudelijk luierafval op jaarbasis kan verwerken met dezelfde techniek als ARN.

Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid

Op 1 juli 2022 heeft de staatssecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven aan de slag te gaan voor een Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor luier- en incontinentiemateriaal. Het instellen van een UPV-systeem is een van de interventies die de overheid kan doen die bijdraagt aan een meer circulaire luierketen.

Begin 2023 gaf het ministerie opdracht aan de adviesbureaus Tauw en Rebel om een adviesrapport met aanbevelingen op te stellen. De NVRD heeft deze bureaus voorzien van cijfers en kennis. Met de verkenning bieden Tauw en Rebel handvatten voor de op te zetten UPV. Zo stellen zij dat het systeem aan drie randvoorwaarden moet voldoen. Het systeem moet uitvoerbaar, handhaafbaar en kostendekkend zijn. 

In het rapport wordt gesteld dat omstreeks januari 2026 het UPV-systeem kan worden ingevoerd. Wel zijn er nog een aantal uitdagingen voor een succesvolle invoering van de UPV:  

  • De doelstelling is om 12,5% van al het luier- en incontinentiemateriaal dat op de markt wordt gebracht, in 2026 te recyclen. Om deze doelstelling te behalen moet er in de komende drie jaar nog recyclingcapaciteit worden bijgebouwd. 
  • De UPV is gericht op de achterkant van de keten, oftewel het verwerken van het op de markt gebrachte afval. Er is ook onderzoek nodig hoe het luier- en incontinentiemateriaal überhaupt voorkomen kan worden aan de voorkant.    

Eind 2024 wordt duidelijk hoe het ministerie invulling gaat geven aan het UPV-systeem. Er volgt dan een internetconsultatie waar de NVRD in samenwerking met de expertgroep luiers reactie op geeft.

NVRD aanspreekpunt

Vera Scherders

Beleidsadviseur

Inspiratie en voorbeelden

  • Stimuleer het gebruik van wasbare luiers

  • Ondersteun inwoners bij tijdige zindelijkheid van hun kind

  • Stimuleer herbruikbaar menstruatiemateriaal

Het laatste nieuws

  • Resultaten pilots wasbare luiers bij kinderdagverblijven

  • “Kinderen eerder zindelijk krijgen, dat is pas duurzaam”

  • Onderzoek naar UPV op luiers en incontinentiemateriaal gepubliceerd

  • Onderzoek naar milieu impact van babyluiers opgeleverd

  • Acht uitgangspunten voor een UPV luiers en incontinentiemateriaal

  • Grote belangstelling onder NVRD-leden voor UPV-systeem luiers

  • NVRD roept op tot meer duidelijkheid over producentenverantwoordelijkheid luiers