Het verpakkingenbeleid staat landelijk en lokaal hoog op de agenda. Toch dateren de eerste afspraken (Convenant I, II en III) hierover al uit het begin van de jaren '90. Toen al werden afspraken gemaakt over het zoveel mogelijk terugdringen en hergebruiken van verschillende verpakkingsstromen. Aan het einde van Convenant III in 2005 werd duidelijk dat de totale hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen alsnog was toegenomen. Dit vroeg om meer dwingende afspraken op Europees en nationaal niveau. De uitwerking daarvan is vastgelegd in de Raamovereenkomst 2007-2012, de Raamovereenkomst 2013-2022 en de Ketenovereenkomst Verpakkingen 2020-2029. De Raamovereenkomst was een product van overleg tussen het verpakkend bedrijfsleven, Rijksoverheid en VNG en werd invulling gegeven aan het Besluit Beheer Verpakkingen. De Ketenovereenkomst Verpakkingen is tussen het Afvalfonds en de VNG gesloten.
Vergoeding
De vergoedingen die voor kunststof verpakkingsafval zijn afgesproken en die gemeenten voor hun inspanningen krijgen van het Afvalfonds, worden conform de Ketenovereenkomst jaarlijks vastgesteld in het PKO. In de Ketenovereenkomst is het volgende hierover opgenomen: De wijze waarop de inzamelkosten en samenstelling worden gemonitord wordt vastgesteld door partijen in het PKO zodanig dat deze uitvoerbaar en uitlegbaar zijn. Een onderzoek naar de inzamelkosten vindt in beginsel eens per vier jaar plaats, tenzij wijzigingen in inzamelbeleid en/of wet- of regelgeving naar het oordeel van Partijen in het PKO aanleiding geven dit te vervroegen. Het monitoren van de samenstelling vindt jaarlijks plaats. Niet-verpakkingen en stoorstoffen worden niet vergoed behoudens een systeemmarge aan insleep. De systeemmarge voor niet-verpakkingen is 4 procent van het ingezamelde gewicht. De systeemmarge voor stoorstoffen (type II) is 15 procent van het ingezamelde gewicht in 2020 en wordt jaarlijks met 1 procentpunt verlaagd tot 10 procent van het ingezamelde gewicht in 2025. De afgesproken vergoedingen worden gepubliceerd op de website van het PKO.
Vierjaarlijks wordt een uitgebreid kostenonderzoek gedaan naar de landelijk gemiddelde inzamelkosten voor en de samenstelling van brongescheiden PMD. Het eerste onderzoeksjaar zou 2020 zijn. Door COVID 19 heeft dit onderzoek niet plaats kunnen vinden.
Uitvoerings- en monitoringsprotocol (UMP
De nadere uitwerking van de afspraken van de Raamovereenkomst en de spelregels waaraan verschillende partijen in de keten zich moeten houden bij de uitvoering en monitoring zijn terug te lezen in het UMP 4.1.