Eind vorig jaar is er een enquête uitgegaan om de ervaringen, uitdagingen en vragen van gemeenten en inzamelaars rondom de inzameling van luiers en incontinentiemateriaal te inventariseren. In totaal hebben 47 respondenten de enquête ingevuld en de resultaten zijn inmiddels gebundeld.

Het grootste knelpunt dat uit de enquête naar voren komt is de lage recyclingcapaciteit. Gemeenten en inzamelaars geven aan dat er te weinig recycling-fabrieken zijn om aan de vraag te voldoen. Hierdoor wordt de stap om luiers en incontinentiemateriaal apart in te zamelen (nog) niet gemaakt of wordt er gestopt met inzameling. Helaas belanden hierdoor veel luiers en incontinentiemateriaal samen met het restafval in de verbrandingsoven. Gemiddeld is deze afvalstroom goed voor maar liefst 8% van het totale restafval per persoon.

De gemeenten die wel apart inzamelen geven aan dat er vanuit bewoners positief wordt gereageerd en dat er veel gebruik wordt gemaakt van de inzamelmogelijkheden. Aparte inzameling gebeurd veelal op dezelfde manier met containers bij kinderdagverblijven, centrale plekken in de gemeente of bij verzorgingscentra. Het vinden van geschikte inzamellocaties wordt door sommige gemeenten ook als knelpunt genoemd.

Als laatste geven respondenten aan dat ze vooral behoefte hebben aan o.a. meer informatie over recyclingcapaciteit en inzichten in de kosten en opbrengsten van apart inzamelen.

NVRD werkt samen met Rijkswaterstaat, het ministerie van I&W en het ministerie van VWS aan het sluiten van de keten van luiers. De resultaten van de enquête worden gebruikt om via het Ketenproject luiers de inzameling en recycling van luiers en incontinentiemateriaal een impuls te geven.