De definitieve vergoeding voor gemeenten zou begin deze maand bekend worden. Uit berichtgeving op de website van Rijkswaterstaat blijkt echter dat dit vertraging heeft opgelopen.

Bijna een jaar geleden heeft Rijkswaterstaat de systematiek gepubliceerd voor het bepalen van de bijdragen en vergoedingen van producenten aan het opruimen en verwerken van wegwerpplastics (SUP) in het zwerfafval. Hierbij is toen, in afwachting van de definitieve berekening, ook alvast een proefberekening gemaakt. Zo kregen gemeenten een eerste inzicht in de vergoeding die ze kunnen verwachten.

Het vaststellen van de definitieve bijdrage per product en de vergoeding voor gebiedsbeheerders heeft nu echter enige vertraging opgelopen. Dit komt mede doordat nog niet van alle producenten een verslag is ontvangen over de hoeveelheid in de handel gebrachte producten (Regeling Ministeriële kunststofproducten voor eenmalig gebruik, artikel 4.1).

Er wordt nu zo spoedig mogelijk een conceptbesluit gepubliceerd met daarin de bijdrage per product en de wegingsfactor per gebiedsbeheerder. Dit conceptbesluit zal in internetconsultatie worden gebracht om alle stakeholders de gelegenheid te bieden tot het indienen van zienswijzen. Over de internetconsultatie zal worden gecommuniceerd via de website van Rijkswaterstaat en de nieuwsbrief Zwerfafval. Het is niet bekend of de vertraging gevolgen heeft voor de geplande uitkering van de vergoeding vóór 1 november 2024.

Gebiedsbeheerders hoeven de vergoeding niet aan te vragen en hoeven ook geen aanvullende gegevens aan te leveren om de vergoeding te ontvangen.

Meer over de berekening

Vergoeding wegwerpplastic in zwerfafval