Belasting op afval

Vanaf 2019 komt er een hoger belastingtarief op het verbranden en storten van afvalstoffen. Dit moet jaarlijks 50 miljoen euro opleveren. De 13,11 euro per ton die nu wordt geheven is goed voor jaarlijks 100 miljoen, waarmee gesteld kan worden dat de nieuwe belasting rond de 20 euro per ton zal worden. Wordt de ontwikkeling van het afnemen van te verbranden en storten afvalstoffen meegenomen, dan kan het bedrag per ton hoger uitvallen om de 50 miljoen euro te halen. De letterlijke tekst uit het akkoord luidt:

“Hogere belasting op verbranden en storten van afval

De maatregel betreft een hoger tarief op het verbranden en storten van afvalstoffen per 2019 en het verbreden van de grondslag. Het tarief voor storten en verbranden blijft uniform. Verbreden van de grondslag vindt plaats door afschaffing van de vrijstelling van zuiveringsslib en het in de heffing betrekken van afval verbrand in biomassa-energiecentrales. Voor het invoeren van deze maatregel is een exportheffing noodzakelijk die uitgevoerd moet worden door de Inspectie Leefomgeving en Transport en de Belastingdienst. De lasten slaan voor € 50 miljoen neer bij burgers en voor € 50 miljoen bij bedrijven.”

Circulaire economie

In het regeerakkoord is veel aandacht voor klimaat en milieu. Ook het nieuwe kabinet maakt werk van de circulaire economie en gaat door met het rijksbrede programma. Ook de transitieagenda’s, waar ook de NVRD een bijdrage aan levert, worden verder uitgevoerd. De letterlijke tekst uit het akkoord luidt: 

  • “Als onderdeel van de klimaatopgave worden de afspraken uit het rijksbrede programma circulaire economie en de transitieagenda’s uit het Grondstoffenakkoord uitgevoerd. Daarbij legt het kabinet een extra accent op ontwikkeling en verspreiding van kennis en best practices.
  • Het kabinet inventariseert tevens welke knelpunten in regelgeving, toezicht en handhaving duurzame innovaties in de weg staan en mogelijk opgelost kunnen worden.”

Tot slot

De NVRD volgt nauwlettend de verdere uitwerking door het nieuwe kabinet. Via GRAM, de website en de nieuwsbrief houden we u op de hoogte.