De volgende zaken vallen op:

  • Er is geen rode lijn te ontdekken in de aanpak (meestal ‘gewoon’ 1x / 2 weken inzameling GFT), ook geen speciale aandacht voor GFT-inzameling of keukenafval. Deze gemeenten hebben zelf ook niet het idee dat ze ‘iets speciaals’ doen;
  • De goed scorende gemeenten zijn over het algemeen die met de grotere percelen (= veel tuinafval) in hun stedelijkheidsklasse;
  • De grote sprongen in hoeveelheid GFT zijn vaak het gevolg van een systeemwijziging (diftar of omgekeerd inzamelen in combinatie met frequentieverlaging);
  • Gemeenten met tarief op GFT laten een hoge hoeveelheid gebracht tuinafval zien.

Wat wel te zien is dat de betreffende gemeenten vaak extra aandacht aan tuinafval besteden. Dit om te voorkomen dat tuinafval bij het restafval belandt: ‘Ik heb gesnoeid, ik moet van het tuinafval af, mijn GFT-containers is vol, ik wil niet naar de milieustraat, maar ik heb wel nog plek in de container voor restafval.’ De maatregelen die deze gemeenten treffen zijn: extra inzamelrondes GFT in de snoeimaanden (voorjaar en najaar) én extra of grotere mini-container beschikbaar stellen.

Uitgangspunt bij het onderzoek was de hoeveelheid gescheiden ingezameld GFT-afval. Dit leverde – zoals hierboven wordt aangegeven – niet direct nieuwe inzichten op.  In 2020 willen we daarom meer inzoomen op de component organisch keukenafval. We gaan onderzoeken of er wat betreft de inzameling van organisch keukenafval Best Practices te onderscheiden zijn. In dat kader is zijn we benieuwd naar voorbeelden: bent (of kent) u een gemeente die goed scoort met de inzameling van organisch keukenafval, laat het ons weten!

Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Aanvalsplan GFT. De Afvalspiegel voerde het onderzoek uit. Voor meer informatie: Koos van Dael, tel. 06-51396369 en vandael@nvrd.nl