Gemeenten die succesvol zijn in het verminderen van hun restafval, hebben de laagste beheerkosten, zo blijkt uit de Benchmark Huishoudelijk Afval. Dit zijn niet toevalligerwijs de gemeenten die ook een vorm van tarief- en servicedifferentiatie hebben ingevoerd. De vermeden verbrandingskosten maken de extra kosten die deze inzamelstrategieën met zich meebrengen, meer dan goed.

Van alle gemeenten en bedrijven die hebben meegedaan aan de benchmark is de inzamelstrategie uitgevraagd. Dit kan omgekeerd inzamelen zijn, frequentieverlaging op restafval (in de benchmark zijn beide strategieën onder de noemer ‘servicedifferentiatie’ geschaard), tariefdifferentiatie, of combinaties van deze strategieën. Door de scheidings- en kostenprestaties te verbinden aan de inzamelstrategie kunnen kosten-effectiviteitsanalyses worden gemaakt.

Diftar blijkt een zeer sterke stimulans te zijn voor afvalscheiding en het reduceren van restafval. In alle hoogbouwklassen die in de benchmark worden onderscheiden hebben diftar-gemeenten significant minder restafval (-43%) en lagere kosten (-13%) dan gemeenten die geen diftar hebben toegepast. Zonder tariefdifferentiatie is het praktisch onmogelijk om de hoeveelheid restafval te reduceren onder de 100kg per inwoner.

Tariefdifferentiatie wordt nóg kosten-effectiever indien het wordt gecombineerd met servicedifferentiatie. Servicedifferentiatie is een combinatie van serviceverlaging op de
restafvalinzameling (minder vaak inzamelen ‘aan-huis’ of geheel vervangen door verzamelcontainers) en serviceverhoging op grondstoffeninzameling (extra containers of vaker inzamelen). De gecombineerde strategie resulteert in 49% minder restafval en 12% lagere beheerkosten ten opzichte van het basissysteem (zonder tarief- en servicedifferentiatie), en is daarmee de best-practice van de benchmark.