In de Raamovereenkomst Verpakkingen is afgesproken dat er in de periode 2013 tot en met 2020 jaarlijks 20 miljoen euro ter beschikking wordt gesteld aan gemeenten voor de extra aanpak van zwerfafval. De hiervoor beschikbare budgetten over de genoemde periode zijn door gemeenten niet volledig benut.

Na overleg met VNG en NVRD heeft het Afvalfonds Verpakkingen besloten het totaal resterende budget uit deze zwerfafvalvergoeding (ruim 11 miljoen euro) eenmalig alsnog aan gemeenten beschikbaar te stellen  voor de extra aanpak van zwerfafval in 2023 en 2024.

Vóór 30 november 2023 kunnen gemeenten aanvragen indienen voor deze laatste uitvoeringsperiode. Gemeenten met goedgekeurde jaarplannen komen in aanmerking voor vergoeding. De maximale vergoeding per inwoner bedraagt 1,14 euro. Bij overtekening van dit budget wordt de maximale vergoeding naar rato van het inwonertal verlaagd. Gemeenten met goedgekeurde plannen ontvangen hierover begin 2024 bericht. Op korte termijn volgt meer informatie over de procedure rondom deze laatste uitvoeringsperiode van de zwerfafvalvergoeding.

Overige zwerfafvalvergoedingen
De extra uitvoeringsperiode zwerfafvalvergoeding staat los van de Prullenbakkenvergoeding van 0,76 euro per inwoner en de SUP-vergoeding voor 2023 die gemeenten respectievelijk dit jaar en volgend jaar ontvangen. Inmiddels is duidelijk dat de Prullenbakkenvergoeding BTW-plichtig is en treft het Afvalfonds Verpakkingen voorbereidingen voor uitbetaling. Hierover ontvangen gemeenten snel bericht.

De laatste week van juli wordt ook de proefberekening van de SUP-vergoeding gepubliceerd waarmee gemeenten inzicht krijgen in de bijdrage die ze op basis van deze regeling kunnen verwachten. De SUP-vergoeding over 2023 wordt uiterlijk in november uitgekeerd.