In aanloop naar de verkiezingen op 22 november worden er de laatste weken steeds meer concept verkiezingsprogramma’s gepubliceerd. Bij de aanstaande verkiezingen zijn de verschillen tussen politieke partijen aanzienlijk als het gaat om aandacht voor de circulaire economie. In onderstaand bericht deelt onze Public Affairs adviseur Ralph Peters wat de belangrijkste relevante punten per partij zijn.

Eerder analyseerde hij al de partijprogramma’s van de VVD, PvdA-GroenLinks, ChristenUnie, BoerBurgerBeweging (BBB) en de SP.

D66: D66 gaat uitgebreid in op circulariteit. Zij zien de transitie naar een circulaire economie als een belangrijke opdracht voor de overheid, waarbij de verantwoordelijkheid onder de minister van Economische Zaken valt. Ze streven naar het minimaliseren van ‘virgin’ materiaalgebruik en introduceren in Europees verband een belasting daarop. Het vernietigen van onverkochte producten wordt aangepakt en er is een sterk accent op het verlengen van productlevensduur door o.a. het recht op reparatie. Voor de afvalsector wil D66 de import van afval voor verbranding stoppen en streeft naar een hogere heffing voor bedrijven die veel afval produceren. Het versnellen van circulaire initiatieven, bevorderen van duurzaam bouwen en het tegengaan van ‘greenwashing’ zijn daarnaast ook speerpunten.

Volt: Volt benadrukt de noodzaak om het overmatige gebruik van natuurlijke hulpbronnen tegen te gaan en wijst op de afhankelijkheid van grondstoffenimport. Ze pleiten voor eerlijke handel, kennisdeling en het stimuleren van hergebruik en recycling. Er wordt voorgesteld om een verbod in te stellen op het vernietigen van ongebruikte producten en het recht op reparatie uit te breiden. Ze willen de milieu- en sociale impact van producten integreren in de prijzen en streven naar één Europees duurzaamheidslabel.

Partij voor de Dieren: Deze partij is resoluut tegen warmtenetten aangesloten op fossiele bronnen of afval. Ze benadrukken de nadelen van overconsumptie en pleiten voor een circulaire economie, geïnspireerd door de natuur. De partij heeft de ambitie om tegen 2030 een volledig circulaire economie te bereiken in Nederland. Ze stellen bindende verplichtingen voor om grondstoffengebruik terug te dringen. De focus ligt op productduurzaamheid, hergebruik, en het verlagen van de belasting voor gerecyclede grondstoffen. Het statiegeldsysteem moet worden uitgebreid en verbeterd.

CDA: Het CDA benadrukt de noodzaak van het verschuiven van de verantwoordelijkheid voor duurzame productie van de consument naar de producent. Ze willen negatieve milieueffecten van producten fiscaal aanpakken, zoals het goedkoper maken van gerecycled plastic dan ‘virgin’ plastic. Een circulaire economie is volgens het CDA essentieel voor concurrentie en leveringszekerheid. De partij promoot een Europese grondstoffenheffing, strengere productnormen, en het recht op reparatie voor producten zoals smartphones.

NSC: NSC pleit voor een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV). Als het aan de partij van Omtzigt ligt, wordt het bedrijfsleven verplicht om meer UPV-systemen op te zetten. Er komen bindende doelen voor het gebruik van gerecycled materiaal in productieprocessen. Daarnaast worden knelpunten in de wetgeving rond het benutten van ‘afval’ als grondstof weggenomen. Opvallend in het programma is dat NSC specifiek ingaat op meer en betere nascheiding van huishoudelijk en bedrijfsafval. Het doel is om waardevolle reststromen terug te winnen en materialen opnieuw te kunnen gebruiken. Hoewel het programma niet uitgebreid ingaat op andere aspecten van afvalbeheer en circulaire economie, is het duidelijk dat NSC een duurzamere aanpak voorstaat, die in lijn is met de doelstellingen van de NVRD. In vergelijking met andere partijen legt NSC een sterke nadruk op de rol van het bedrijfsleven in het bereiken van een circulaire economie.

PVV, JA21 en FVD: De PVV, JA21 en FVD hebben helaas niks in hun verkiezingsprogramma staan over afval of circulariteit.

Komende weken zal dit overzicht worden aangevuld met de verkiezingsprogramma’s van de andere partijen. Daarnaast is het goed om te weten is dat dit de conceptverkiezingsprogramma’s betreft. De leden van de verschillende partijen mogen komende weken ook nog hun zegje doen en aanpassingen voorstellen. Hierover wordt tijdens de verschillende congressen dit najaar over gestemd, waarna de definitieve programma’s worden vastgesteld en kunnen worden doorgerekend door de planbureaus.