In 2018 werden in de vijf extra gebiedstypen gemiddeld 180 kleine en 20 grote plastic flessen geteld per meetronde. Voor heel 2019 komt het gemiddelde uit op 260 kleine plastic flessen en 25 grote plastic flessen, ofwel een toename van respectievelijk 45% en 25%. Op basis van de zes metingen in 2019 komt het gemiddeld aantal blikjes per meetronde uit op 2.009. Dit is een toename van 16% ten opzichte van 2016/2017. In de vijf extra gebiedstypen lag het gemiddeld aantal blikjes in 2019 op 735, wat in vergelijking met de metingen uit 2018 een toename is van bijna 40%.

Ook het totale aantal stuks zwerfafval is gestegen. Gemiddeld over 2016 en 2017 werden per meetronde 28.417 stuks zwerfafval geteld. Over 2018 was dit aantal afgenomen tot 24.956. In 2019 ligt het gemiddelde per meetronde op 34.514 stuks. Dit is in vergelijking met de nulmetingsjaren een toename van 21%. Met deze meetresultaten lijkt de invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes in 2021 onvermijdelijk, aangezien de te behalen doelstelling om statiegeld te voorkomen – een reductie van 70 in het zwerfafval – niet behaald is. Ook statiegeld op blikjes lijkt steeds dichterbij te komen.

Vorig jaar nam de Kamer een motie aan om reductiedoelstellingen voor blikjes in het zwerfafval op te stellen en een statiegeld regeling wettelijk voor te bereiden. Statiegeld op blikjes zou per 2022 in kunnen gaan.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/04/15/rws-rapport-monitoringresultaten-heel-2019

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/04/15/monitoring-plastic-flessen-en-blikjes