Pagina
delen
Luiers
UPV
Onderzoek naar UPV op luiers en incontinentiemateriaal gepubliceerd
7 augustus 2023
Vera Scherders
Om een doorbraak te creëren in het sluiten van de keten van luiers en incontinentiemateriaal heeft de staatssecretaris in de zomer van 2022 aangekondigd om aan de slag te gaan met een Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor deze stroom. Begin 2023 gaf het ministerie opdracht aan de adviesbureaus Tauw en Rebel om voor de invoering van een UPV een adviesrapport met aanbevelingen op te stellen. De NVRD heeft deze bureaus voorzien van cijfers en kennis. Inmiddels is het onderzoek inclusief adviezen gepubliceerd.
Pagina
delen
Producentenverantwoordelijkheid noodzakelijke voorwaarde
Met het onderzoek bieden Tauw en Rebel handvatten voor de op te zetten UPV. Een belangrijke conclusie van de onderzoekers is echter dat een UPV slechts één van de beleidsinstrumenten is om afval- en grondstoffenketens te sluiten. Er zijn ook aanvullende instrumenten noodzakelijk om de milieu-impact van deze afvalstroom te verminderen, van preventie tot recycling. Hiermee bevorderen we hergebruik, hoogwaardige recycling en duurzaam ontwerp. Er valt immers ook veel milieuwinst te behalen aan de voorkant van de keten. Zo heeft de Staatsecretaris in de zomer van 2022 ook aangekondigd om bij de herziening van de Ecodesign richtlijn in te zetten op Europese ontwerpeisen voor het beter recyclebaar maken van luiers. Een vergelijkbare ambitie staat ook in het Nationaal Programma Circulaire Economie uit februari 2023.
Producentenverantwoordelijkheid voor luiers en incontinentiemateriaal is daarmee een van de noodzakelijke voorwaarden voor het behalen van een doelstelling van 100% recycling, het bevorderen van de recyclebaarheid, het opzetten van gescheiden inzameling en het voorkomen van niet-recyclebare luiers en incontinentiemateriaal voor eenmalig gebruik. Om die reden kent de NVRD sinds een jaar een actieve expertgroep luiers.
Invoering per 2026 en verduurzamingsplan in 2024
Het advies aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is om direct te starten met de voorbereidingen voor wetgeving om een UPV systeem per 1 januari 2026 in te voeren. Daarnaast adviseren de onderzoekers flankerend beleid om de gehele luierketen circulair en duurzaam te maken. De onderzoekers stellen voor dat producenten vóór 1 juli 2024 een verduurzamingsplan (moeten) ontwikkelen waarin zowel op de voorkant (preventie en verminderen van afval) als de achterkant (hergebruik en recycling) ingegaan wordt.
Scope op productniveau
Tauw en Rebel bevelen de staatssecretaris aan om eerst te focussen op een UPV op luier- en incontinentiemateriaal voor eenmalig gebruik. Producenten van deze producten zijn binnen de UPV zowel financieel als organisatorisch verantwoordelijk voor de inzameling en recycling.
Ook dringen Tauw en Rebel erop aan om een rapportageverplichting voor wasbaar luier- en incontinentiemateriaal op te nemen, zonder organisatorische of financiële verplichting. Zo kan Nederland de wasbare luiermarkt monitoren om in de toekomst hergebruik van luiers te stimuleren.
Concrete doelstellingen voor inzamel- en recyclingpercentage
De recyclingcapaciteit is een van de uitdagingen. Momenteel is er te weinig recyclingcapaciteit en is de markt in ontwikkeling. ARN heeft de enige recyclinginstallatie in Nederland en kan 15.000 kton recyclen. Meerlanden heeft de ambitie om in 2025 een installatie te openen voor 25.000 kton. Daarmee kan Nederland rond 2025 naar verwachting 12,5% van de wegwerpluiers recyclen. De onderzoekers adviseren om de doelstelling vijf jaar na invoering van de UPV op te schalen naar 25%. Het is daarbij belangrijk dat de timing van het opschalen van de recyclingcapaciteit en de doelstelling op elkaar worden afgestemd. Ook geven de onderzoekers mee dat het belangrijk is om te focussen op de ontwikkeling van nieuwe technologieën en het verbeteren van de huidige recyclingprocessen, zodat meer materialen kunnen worden teruggewonnen en hergebruikt.
Tauw en Rebel adviseren om de doelstelling voor inzameling te laten volgen op de beschikbare recyclingcapaciteit. Ze denken bij het invoeren van de UPV in 2026 aan een inzameldoelstelling van minimaal 30% zodat er voldoende materiaal beschikbaar is om aan de te ontwikkelen recyclingcapaciteit te voldoen. Het inzamelpercentage groeit in dat scenario in vijf jaar naar 45%.
Een risicofactor voor een goede inzameling en recycling zijn de batterijen en slimme sensoren die in sommige producten worden verwerkt. Een randvoorwaarde is daarom dat batterijen en slimme sensoren eenvoudig uit de luiers en het incontinentiemateriaal kunnen worden verwijderd, of dat producenten hiervoor een aparte inzamelingsroute opzetten.
Producentenorganisatie, ketenoverleg én een escalatieniveau
Tauw en Rebel doen ook nuttige voorstellen over de governance van deze nieuwe producentenverantwoordelijkheid. Ten eerste adviseren de onderzoekers aan de producenten om een producentenorganisatie op te richten die de gescheiden inzameling en recycling namens alle producenten in Nederland regelt. Aanvullend adviseren zij de staatssecretaris om een periodiek ketenoverleg met relevante ketenpartners wettelijk te verplichten. Als derde advies stellen zij de staatssecretaris voor om van de beschikbare middelen uit de afvalbeheerbijdrage een innovatiefonds op te richten.
Heel waardevol vindt de NVRD het advies om een escalatieniveau toe te voegen als partijen in het ketenoverleg er onderling niet uitkomen. Dat is bij geen enkele andere UPV op dit moment geregeld.
Vervolgstappen
Na de zomer organiseert het Ministerie van IenW een digitale stakeholderbijeenkomst waarin er ruimte is voor stakeholders om te reageren op het onderzoeksrapport. Ook worden hier de vervolgstappen besproken.
De NVRD draagt met de expertgroep luiers de komende tijd namens gemeenten en publieke inzamelaars actief bij om samen met het Ministerie van IenW, producenten en andere ketenpartners verder invulling te geven aan de UPV op luiers en incontinentiemateriaal.