Gemeentelijke afvalinzamelaars trekken aan de bel. Onderzoek van de Universiteit van Utrecht bevestigt wat gemeentelijke en publieke afvalinzamelaars al wisten: hun onderhandelingspositie met producenten/importeurs wordt door de huidige regelgeving ondermijnd. De rekening blijft vervolgens voor een groot deel bij de inwoners liggen, want de kosten die producenten niet dekken leiden tot een hogere afvalstoffenheffing. Het onderzoek wijst ook uit dat de zogeheten producentenverantwoordelijkheid in de huidige vorm lang niet zo effectief bijdraagt aan een circulaire economie in 2050 als wordt gehoopt: het systeem stuurt vooral op de laagste kosten in de afvalfase in plaats van op verduurzaming in de hele keten. De branchevereniging van gemeentelijke afvalinzamelaars NVRD vraagt staatssecretaris Heijnen dan ook om actie.

“Het principe van de vervuiler betaalt, leidt nu tot de vervuiler bepaalt,” aldus Wendy de Wild, directeur NVRD. “Het onderzoek laat zien dat wij als gemeentelijke inzamelaars in een houdgreep zitten. Dat gevoel herkennen we, goed dat dit nu wetenschappelijk is onderbouwd.” Dat producenten verantwoordelijk worden gemaakt, roept in het rapport de vraag op in hoeverre zij ook volledig de spelregels, vergoedingen en inzamelinfrastructuur mogen bepalen. Gemeenten hebben volgens de onderzoekers namelijk nog steeds een belangrijke en maatschappelijke rol in het afvalbeheer; zij hebben een wettelijke zorgplicht inzake afvalinzameling, scheiding en handhaving. Deze zorgplicht gaat over alle afvalstromen, terwijl de producentenverantwoordelijkheid wordt begrenst tot het halen van specifieke recyclingdoelen en dan ook nog voor alleen de eigen afvalstroom bezien. De kosten voor inzameling en scheiding worden daardoor nog grotendeels gedragen door inwoners. Toch zijn noch gemeentelijke inzamelaars noch gemeenten in de bestaande praktijk een formele partij bij het tot stand komen van Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV). “Principieel onjuist en onverstandig,” aldus de NVRD. Gemeenten en hun publieke inzamelaars moeten in Nederland zelf onderhandelen met producenten over een dekkende vergoeding. Voor elke stroom met andere marktpartijen zonder aan de voorkant een gelijkwaardige positie meegekregen te hebben. Het Rijk heeft dit niet geregeld, en neemt hierin geen enkele rol. De NVRD is ook geschrokken van de overige conclusies uit het onderzoek over het instrument Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid. Dit instrument moet eraan bijdragen dat al bij het ontwerpen en produceren rekening wordt gehouden met efficiënt gebruik van grondstoffen en met de mogelijkheid voor reparatie, hergebruik, reductie en recycling. Het rapport stelt dat “door een enkelzijdige focus op kostenefficiëntie producentenverantwoordelijkheid in slechts beperkte mate zorgt voor prikkels om materialen en grondstoffen zo duurzaam mogelijk in te zetten.” Ook stellen de onderzoekers dat de Rijksoverheid over onvoldoende kennis beschikt en afhankelijk is van monitoring en data van de producenten voor handhaving op diezelfde producenten. Het Rijksbeleid voor een circulaire economie is voor een belangrijk deel gestoeld op producentenverantwoordelijkheid. Naast producentenverantwoordelijkheid op onder meer verpakkingen, elektrische & elektronische apparatuur, batterijen en matrassen werkt het Rijk op dit moment aan producentenverantwoordelijkheid voor textiel en zwerfafval.In een brief aan staatssecretaris Heijnen zijn zowel het onderzoek als onze conclusies en aanbevelingen kenbaar gemaakt. Grondstoffencongres 2022Op 24 maart gaan hoogleraar Chris Backes, Marlon Boeve en Wendy de Wild tijdens het Gemeentelijk Grondstoffencongres verder in op de rol van gemeenten binnen de Uitgebreide Producten Verantwoordelijkheid.