Recyclingpercentage centraal in Benchmark

Nieuw dit jaar is een uitgebreide analyse op het recyclingpercentage. Deze prestatie-indicator, waar de nieuwe VANG-doelstelling op is geformuleerd, is dit jaar toegevoegd aan de benchmark. Het gemiddeld recyclingpercentage in 2023 bedroeg 56%. Dit is 11 procentpunt lager dan het gemiddelde scheidingspercentage in dat jaar. De gemiddelde hoeveelheid restafval per inwoner bedroeg 146 kg en ligt daarmee op het niveau van 2022.

Naast milieuprestaties bevat het analyserapport veel meer interessante informatie. Door milieu- en kostenprestaties van gemeenten te koppelen aan de toegepaste inzamelsystemen wordt inzicht gegeven in de prestatiebepalende factoren, kosteneffectieve inzamelstrategieën en best practices. Tariefdifferentiatie blijft een belangrijke prestatiebepalende factor. Uit de benchmark blijkt, op enkele gemeenten na, dat de 60%-recyclingdoelstelling alleen goed haalbaar is indien een financiële prikkel (diftar) is ingebouwd in het gemeentelijk inzamelsysteem. Dit zijn ook vaak gemeenten die lagere afvalbeheerkosten hebben. Afvalscheiding en -recycling loont nog steeds. Bijna 30% van de afvalbeheerkosten worden gemaakt voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk restafval. Ook in euro per ton is het de duurste afvalstroom, waardoor betere scheiding dus een kostenbesparing met zich meebrengt.

Met het recyclen in plaats van verbranden van huishoudelijk afval wordt ook CO2 gereduceerd. Voor 13 afval- en grondstofstromen zijn CO2-kentallen beschikbaar, waarmee de CO2-reductie kan worden berekend. Met name PMD, elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) en textiel hebben een hoge CO2-reductie per gerecyclede ton. In 2023 bedroeg de gemiddelde CO2-reductie 89 kg per inwoner .

Dit en meer lees je in het Analyserapport 2023.