Het is voor de professionele gebruiker sinds april 2016 verboden chemische gewasbeschermingsmiddelen (bijv. tegen onkruid) op verhardingen buiten de landbouw te gebruiken. Sinds 1 november 2017 geldt dat ook voor onverharde terreinen. Op deze overheidspagina vindt u de volledige wetgeving.
Sinds 1 april 2020 zijn de uitzonderingen op de wetgeving aangescherpt. Uitzonderingen op de wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen gelden nog voor:
Een gewasbeschermingsmiddel mag in Nederland alleen worden gebruikt, als drie ‘toetsen’ allen positief uitvallen:
- Het gebruik van de werkzame stof (in dit geval glyfosaat) moet door Brussel zijn goedgekeurd;
- Het gewasbeschermingsmiddel moet tot de Nederlandse markt zijn toegelaten door het Ctgb;
- Het gebruik is toegestaan op grond van milieuregelgeving.
Die eerste twee vallen positief uit, de derde niet. Dus is gebruik niet toegestaan. Oftewel: ondanks het feit dat Europa glyfosaat goedkeurt en het tot de Nederlandse markt is toegelaten, mag het middel niet worden gebruikt in Nederland omdat het gebruik niet is toegestaan op grond van de milieuwetgeving. Ook lage risicomiddelen en zout (gladheidbestrijdingsmiddelen) vallen onder het verbod.
Meer informatie:
Voorgeschiedenis
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen lag al lange tijd gevoelig. De gemakkelijkste en goedkoopste manier van onkruidbestrijding is het spuiten met onkruidbestrijdingsmiddelen. Nadeel is dat deze afspoelen naar het oppervlaktewater. Dat is de reden dat er sinds september 2011 wordt gesproken over het verbieden van chemische middelen. Tweede Kamerlid Grashoff heeft toen een motie ingediend voor een verbod op glyfosaathoudende middelen voor niet-commerciële doeleinden. De motie is aangenomen en er werd aangestuurd op een verbod per 2018.
In het kader van deze motie heeft de staatssecretaris van I&M in 2012 opdracht gegeven voor een onderzoek naar de technische en financiële haalbaarheid van een verbod (Inventarisatie onkruidbestrijding op verharding). Op 15 mei 2013 is de Tweede Nota duurzame gewasbescherming ‘Gezonde groei, duurzame oogst’ naar de Kamer gestuurd. Op basis van de bespreking van deze nota heeft de staatssecretaris voorgesteld om het verbod op het professioneel gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen te vervroegen van 2018 naar 2015. Dit heeft de staatssecretaris aan de Kamer meegedeeld in een brief op 3 september 2013.
Op 6 februari 2014 heeft de Landsadvocaat een advies uitgebracht aangaande de juridische houdbaarheid en proportionaliteit van het generieke verbod dat onderbouwd moet worden voor alle middelen die het aangaat. Op 20 februari 2014 is door kamerlid Van Tongeren in de Tweede Kamer een motie (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 27 858, nr. 239) ingediend en aangenomen waarin zij de regering verzoekt om alleen uitzonderingen op het verbod van chemische bestrijdingsmiddelen toe te staan die voldoen aan de criteria Goud en Zilver van de Barometer Duurzaam Terreinbeheer (BDT) van Stichting Milieukeur.
In een brief van 22 april 2015 heeft de staatssecretaris de aangekondigde gebruiksverboden op verhardingen bevestigd. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor het bestrijden van onkruid op verhardingen werd met ingang van het groeiseizoen 2016 verboden. Voor overige niet verharde terreinen buiten de landbouw geldt een gebruiksverbod per november 2017 waarbij voor sportvelden en recreatieterreinen een uitzondering wordt gemaakt. Ook voor het particulier gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen geldt sinds begin 2016 een gebruiksverbod. Bovenstaande gebruiksverboden worden vormgegeven door een aanpassing van het besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Op reactie op de motie Jacobi heeft de staatssecretaris op 1 juli aangegeven dat het gebruik van alle middelen, inclusief laag risicomiddelen, verboden worden. Omdat binnen de Europese Unie nog wordt gewerkt aan criteria voor deze stoffen zou dat tot een ongewenst slingereffect kunnen leiden. Het ontwerpbesluit is op 4 september 2015 in de commissie EZ van de Tweede Kamer behandeld en er is uiteindelijk op maandag 7 december 2015 over besloten waarbij een meerderheid voor verbod was. Het verbod is per 1 april 2016 ingegaan.
Nieuwsberichten: