De melkboeren in de jaren 50 tot 80 van de 20e eeuw zouden wel gek zijn geweest om voor iedere levering weer een nieuwe fles aan te kopen. Door hergebruik van de flessen, en in sommige gevallen ook glazen potten, konden de kosten flink worden gedrukt.

Daarom betaalde je bij aankoop een klein bedrag extra voor de fles. Bij inlevering van de fles kreeg je dit bedrag weer terug. Simpel en effectief. En het statiegeldsysteem van de melkboeren is nu wellicht relevanter dan ooit.

Nog niet eerder vielen zo veel verpakkingen onder een statiegeldsysteem. De inzamelrespons van producten met statiegeld is hoog en levert schone grondstoffen op. Ook is de impact van statiegeld op de hoeveelheid zwerfafval is aanzienlijk. En dat roept ook direct de vraag op of zo’n statiegeldsysteem niet voor meer producten zou kunnen helpen. Denk bijvoorbeeld aan statiegeld op batterijen. Op deze pagina vind je meer informatie over het huidige statiegeldsysteem in Nederland.

Veelgestelde vragen

Waar zit allemaal statiegeld op?

In Nederland zit er verplicht statiegeld op kleine en grote plastic flessen van frisdrank en water. Sinds april 2023 is ook statiegeld op alle metalen drankverpakkingen met een inhoud tot en met 3 liter verplicht.

Producenten van PET-flessen voor 100% sap kunnen vrijwillig deelnemen aan het statiegeldsysteem en ook het heffen van statiegeld op bierflessen en -kratten is vrijwillig. Ook in deze categorieën wordt statiegeld veelal toegepast. Plastic flessen voor zuivel, siropen en etenswaren, zoals soep, zijn uitgesloten van het statiegeldsysteem.

Hoe hoog is het statiegeld?

Het statiegeld in Nederland bedraagt € 0,25 op grote plastic flessen en € 0,15 op kleine plastic flesjes en blikjes. De hoogte van het statiegeld is vastgesteld via een ministeriele regeling.

Om hoeveel verpakkingen gaat het?

In Nederland worden jaarlijks meer dan 600 miljoen grote plastic flessen, 900 miljoen kleine plastic flessen en ruim 2,5 miljard blikjes op de markt gebracht.

Wat is de tijdlijn?

Op grote plastic flessen voor frisdranken en water van één liter of meer zit in Nederland sinds 2006 statiegeld. Vóór 2006 waren plastic statiegeldflessen hervulbaar, maar in 2006 is de overstap gemaakt naar flessen voor éénmalig gebruik. Statiegeld op grote plastic flessen is echter pas sinds 2014 wettelijk verplicht (Besluit beheer verpakkingen 2014).

In 2018 heeft de toenmalig staatsecretaris aangekondigd regelgeving voor statiegeld op kunststof flessen (en later blikjes) te gaan opstellen met als doel zwerfafval te bestrijden en de inzameling en recycling te bevorderen. De invoering hiervan is opgesplitst in twee fasen.

1. Besluit maatregelen kunststof drankverpakkingen
In maart 2020 heeft een wijziging plaatsgevonden van het Besluit beheer verpakkingen 2014. Toen zijn een doelstelling voor gescheiden inzameling van kunststof drankflessen (90%) en de verplichting tot statiegeld op kunststof drankverpakkingen toegevoegd. Dit besluit heeft geleid tot de introductie van statiegeld op kleine plastic flesjes per 1 juli 2021.

2. Besluit maatregelen metalen verpakkingen
In april 2021 zijn ook het opnemen van een doelstelling voor gescheiden inzameling van metalen verpakkingen (90%) en de verplichting tot statiegeld op metalen drankverpakkingen toegevoegd. Dit besluit heeft geleid tot de verplichting van statiegeld op blik per 1 januari 2023. Door vertraging bij de invoering is het statiegeldsysteem voor blikjes pas op 1 april 2023 operationeel.

Waarom is de introductie van statiegeld op blik vertraagd?
Het verpakkende bedrijfsleven heeft tijdens de invoering ingezet op de inname van blikjes via inzamelpunten in de openbare ruimte en dus buiten de supermarkten en andere verkooppunten. Hierbij voorzagen zowel de VNG als NVRD echter grote uitdagingen en zij beoordeelden dit als onhaalbaar. Hier is toen ook een juridisch kader geschetst om dit tegen te gaan. Later is alsnog de bestaande statiegeldstructuur voor flessen in de supermarkten opengesteld voor blikjes.

Waar kunnen statiegeldverpakkingen worden ingeleverd?

Statiegeldverpakkingen kunnen worden ingeleverd bij verplichte en vrijwillige innamepunten. Supermarkten (> 200 m2), treinstations met bemande verkooppunten en bemande grote tankstations langs de snelweg zijn verplicht om statiegeld plichtige producten in te nemen en het statiegeld retour te geven.

Overige verkooppunten van statiegeldblikjes en -flessen zoals bioscopen, restaurants en scholen zijn niet verplicht om de verpakkingen retour te nemen. Zij mogen uiteraard wel innemen, en kiezen er dan zelf voor of ze het statiegeld retour geven of het statiegeld doneren een een goed doel naar keuze.

Sinds april 2023 is volgens Verpact 65% van de verkochte blikjes ingeleverd. In Nederland zijn er ongeveer 28.000 innamepunten, waarvan 5.000 innamepunten ook statiegeld retour geven.

Ga voor meer informatie naar Statiegeld Nederland

Hoe succesvol is het systeem?

Statiegeld werkt, maar nog niet voldoende. In 2023 werd 71% van alle plastic drankflessen (kleine én grote plastic flessen, met én zonder statiegeld) weer ingenomen. Hiermee is de wettelijke doelstelling van 90% nog niet behaald.

Ook de doelen voor zwerfafval (70 – 90%) werden in 2022 nog niet gehaald. Het aantal kleine plastic flesjes in het zwerfafval is in vergelijking met 2020 (het laatste jaar zonder statiegeld) in 2023 met 62% afgenomen (RWS). Volgens Verpact is sinds april 2023 ongeveer 65% van de verkochte blikjes ingeleverd. Het aantal blikjes in het zwerfafval is in de tweede helft van 2023 met 59% afgenomen ten opzichte van de tweede helft van 2022.

In september 2023 heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de producentenorganisatie Verpact een waarschuwing gegeven vanwege het niet behalen van het inzameldoel voor plastic flessen (68% in plaats van het wettelijk vastgelegde doel van 90%). Desgevraagd heeft Verpact een verbeterplan opgesteld dat door de ILT als onvoldoende is beoordeeld. In december 2023 heeft Verpact een nieuw verbeterplan ingediend.

In juli 2024 heeft de ILT geconstateerd dat het voor consumenten aantrekkelijker en makkelijker moet worden. De afgelopen drie jaar is ruim € 370 miljoen aan statiegeld niet uitgekeerd en blijven liggen bij de producenten. Hierdoor heeft de ILT in juli 2024 besloten om een last onder dwangsom te stellen. De last onder dwangsom is opgebouwd uit 5 deellasten.

  1. De ILT wil nu dat Verpact onderzoek doet naar de hoogte van het statiegeld. De stichting krijgt tot uiterlijk 4 oktober 2024 de tijd om het onderzoek uit te voeren.
  2. Verpact gaf zelf aan dat er op 1 juli 2021 bij de start van het statiegeldsysteem 12.000 inleverpunten nodig waren. Begin 2023 waren er nog maar 4.140 gerealiseerd. De ILT gelast nu dat Verpact vóór 1 januari 2027 minimaal 5.400 extra uitbetalende inleverpunten moet realiseren.
  3. Ook moet Verpact onderzoeken hoe zij beschadigde flessen kan innemen met terugbetaling van het statiegeld. Dat dit nu niet kan is een grote ergernis van de consument. De ILT verwacht uiterlijk 1 november 2024 de resultaten van het onderzoek naar de innamemogelijkheden te ontvangen.
  4. Verpact moet daarnaast onderzoeken wat consumenten vinden van de manier waarop de verschillende inleverpunten het statiegeld terugbetalen. De uitkomsten van dit onderzoek moet Verpact op 4 oktober 2024 aan de ILT verstrekken.
  5. Ten slotte moet Verpact het voor consumenten makkelijker maken om inleverpunten bij hen in de buurt te vinden. Uiterlijk op 4 oktober 2024 moeten de consumenten de inleverpunten online kunnen vinden.

Hoe zit het met ‘Statiegeldjagers’?

Gemeenten worden sinds de introductie van statiegeld geconfronteerd met zogenoemde “statiegeldjagers”. Dit fenomeen was er al bij statiegeld op plastic flesjes, maar heeft sinds de invoering van statiegeld op blikjes een vlucht genomen. Het oprapen van statiegeldverpakkingen in de openbare ruimte is uiteraard positief, maar het ‘jagen’ op statiegeld kent echter ook een keerzijde als in de zoektocht naar statiegeld openbare prullenbakken worden opengebroken en zakken kapot worden gescheurd. Dit leidt tot extra inzet en kosten voor gemeenten en meer zwerfafval nabij prullenbakken.

Gemeenten nemen maatregelen om deze overlast tegen te gaan, bijvoorbeeld door extra op te ruimen, bekende statiegeldjagers een sleutel van de prullenbakken te geven, sloten op prullenbakken te vervangen voor magneten en de introductie van doneerringen.

Doneerringen voorkomen dat men in de prullenbak moet graai of de prullenbak openbreken, maken mensen bewust van de waarde van statiegeldverpakkingen en zorgen voor inkomsten. Steeds meer gemeenten voeren op dit moment kleinschalige pilots uit met enkele tientallen doneerringen in met name centrumgebieden. Op basis van de eerste tussenresultaten valt er nog weinig te zeggen over het effect. Zo zien gemeenten dat de doneerringen ook gebruikt worden om ander afval in te dumpen.

Desalniettemin zet ook Verpact al in op het plaatsen van doneerringen. Eén van de acties in het verbeterplan uit december 2023 is de plaatsing van 22.000 exemplaren.

Wat is het verschil tussen statiegeld en een retourpremie?

In gesprekken over een statiegeldsysteem gaat het ook regelmatig over een retourpremiesysteem. Maar het een is het ander niet.

Bij een statiegeldsysteem koopt de consument een drankverpakking bij een verkooppunt en betaalt bovenop de aankoopprijs een statiegeldbedrag. Bij het inleveren van de aangekochte of een in het zwerfvuil gevonden statiegeldverpakking, krijgt de consument het statiegeldbedrag terug. Elk bedrag wordt uitgekeerd, ongeacht het aantal verpakkingen dat wordt ingeleverd en het inleveren en het ontvangen van het statiegeld gebeurt op dezelfde plek en op hetzelfde tijdstip.

Bij een retourpremiesysteem moet een instantie het geld van de beloning uit eigen zak betalen. In sommige gevallen krijgt de consument geen contant geld, maar een waardebon. En niet altijd krijgt men voor iedere ingeleverde item een tegoed. Soms is er een minimaal in te leveren aantal nodig. Een dergelijk systeem lijkt met name te stimuleren om de verpakkingen (of andere vormen van afval) op te ruimen uit de openbare ruimte. Er gaat maar een beperkte preventieve werking van uit.